
Gaat het goed met ons land, dan spreekt men van een bloeiende economie, waarvan de export groeit. Maar op dit moment spreekt men niet van groeien, bloeien of floreren maar van een krimpende economie. De economie wordt zelfs beschreven als een zieke patiënt. Als de economie achteruit gaat, hebben we een financiële en economische crisis en een depressie. Het kabinet is de dokter die moet snijden in de uitgaven. Er zijn grote ingrepen nodig bij Defensie. Men vindt wel dat de bezuinigingen voor iedereen dragelijk moeten zijn. Uiteraard streeft ons land ernaar dat de economie zal herstellen en weer gaat groeien tot deze gezond en krachtig is.
Het woord crisis zelf komt uit het Oudgrieks en heeft een neutrale betekenis. Crisis staat voor het moment waarop je een belangrijke beslissing neemt die bepalend is voor de toekomst. De negatieve lading die het woord later kreeg is dat het op medisch gebied ging verwijzen naar het hoogtepunt van de koorts bij een patiënt. Werd de crisis bereikt, dan was het de vraag of de patiënt het zou overleven of niet. Als je de krant erop naslaat, zul je snel zien dat bovengenoemde medische, sportieve en militaire metaforen voor de economie lang niet de enige zijn die je tegenkomt. Zo wordt de economie ook nog beschreven in termen van een zware reis, een natuurramp en een zware last.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten