Wereldwijd worden er zo'n 7000 talen gesproken en zijn er meer dan 400 schrijfsystemen. Het Baskisch zou de moeilijkste taal zijn om te leren voor een buitenlander en voor de Chinese taal heb je kennis van maar liefst 6000 karakters nodig om de krant te kunnen lezen. Onze eigen taal, het Nederlands, een Germaanse taal, behoort tot de Indo-Europese talen waartoe bijvoorbeeld ook het Engels (Germaanse taal), Frans (Romaanse taal) en Russisch (Slavische taal) behoren. Voorbeelden van Indo-Iraanse talen, die ook tot de Indo-Europese taalfamilie horen, zijn Hindi en Perzisch. Al deze talen stammen van dezelfde vooroudertaal af.
De Nederlandse taal heeft als West-Germaanse taal een nauwe verwantschap met het Engels en Duits. De woordenschat is grotendeels Germaans met ook een Romaanse component. Onze taal vertoont ook veel overeenkomsten met het Engels. In dit artikel vind je een aantal leuke wetenswaardigheden over de Nederlandse taal, die gekenmerkt wordt door vele invloeden en leenwoorden.
Het Frans fungeerde in de zeventiende tot en met de negentiende eeuw als de taal van de Europese elite. Dit heeft onnoemelijk veel woorden in het Nederlands opgeleverd, zoals bureau, garage en portemonnee. Dankzij de bevrijding na de Tweede Wereldoorlog door Engelssprekende geallieerden, heeft het Engels ook een grote invloed op het Nederlands gehad. Daarnaast zorgen technologische ontwikkelingen uit bijvoorbeeld de computerwereld ook voor bijbehorende Engels woorden. Uit de jongerencultuur komen woorden als 'chillen' en 'relaxed'.
'Tele' betekent ver in het Grieks, vandaar woorden als televisie (letterlijk: ver zien) en telepathie (ver gevoel) in het Nederlands. In onze taal gebruiken we ook een aantal Griekse letters. Zo spreken wij van een 'alpha' en een 'bèta' voor iemand met een grote talenkennis of kennis van de exacte vakken. De Griekse letter delta vind je terug in ons woord rivierdelta. Ook de uitdrukking 'Ik begrijp er geen jota van' komt uit het Grieks. Bovendien zijn veel woorden die met politiek, kunst en filosofie te maken hebben uit het Grieks afkomstig, zoals 'democratie' en 'muziek'. Een invloed van het Latijn is het achtervoegsel -aar (van het Latijnse -arius), in woorden als 'leraar', 'minnaar' en 'zondaar'.
Tot de vijftiende eeuw waren er Arabisch sprekende moslims in Spanje. De Arabieren hadden een hoge beschaving op het gebied van chemie, geneeskunst en astronomie, wat in het Nederlands heeft geleid tot bekende woorden als 'cijfer', 'chemie' en 'algebra'. Veel Nederlandse woorden uit het Arabisch beginnen met al-, zoals alcohol en almanak. De reden hiervoor is dat het Arabische lidwoord 'al' is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten